Drentse Heideschaap

 
 

Het Drentse Heideschaap is een vrij klein, rank gebouwd schaap met een lange, sluik afhangende vacht, voorzien van kemp en fijne onderwol en met een lange bewolde staart, die minimaal tot aan de hak reikt.
 

De rammen hebben goed ontwikkelde horens, die ruim spiraliseren en vrij staan van de onderkaak. De ooien zijn horenloos, dragen stikken (korte rechte horentjes) of zijn duidelijk gehorend (iets schuin naar achteren en opzij gericht). De kop is smal, driehoekig van vorm, met een vlak niet te hoog neusbeen. De oren zijn vrij kort, stevig en dicht aan de kop geplaatst. De kop- en pootbeharing is mat, soms met een wolhaartoefje op het voorhoofd. Alleen bij zwarte, witte of zwart-wit bonte dieren mag deze beharing matglanzend zijn. Het Drentse Heideschaap is een sober schaap met een lange levensduur en een hoge mate van zelfredzaamheid. Het gedijt goed onder voedselarme omstandigheden, lammert jaarlijks zonder hulp af en brengt haar lammeren groot. Het ras is instaat om het aantal lammeren te beperken tot één, wanneer er weinig voedsel voor handen is.
 

Alle kleuren zijn erkend. Bij getekende dieren is sprake van een licht/donkere afscheiding. Bij de geboorte is vaak een halsvlek aanwezig.
 

Het karakter van een Drents Heideschaap is attent en gericht op het zelfstandig functioneren in kuddeverband. Bij benadering door vreemden neemt het haar typische statige, alerte houding aan en richt het haar kop hoog op en stampvoet met haar voorpoten.