Slide
Hulpherder margreth Roelfs Havelte Holtinger Schaapskudde
Hulpherder Judith de Groot

Judith de Groot is anderhalf jaar hulpherder bij de Holtinger Schaapskooi. Een uit de hand gelopen hobby, zoals ze het zelf noemt.


Haar Border Collie was bijna 14 jaar toen hij in de begintijd van corona overleed. Met een drukke baan die tijdens corona alleen maar drukker werd, besloot Judith even geen hond meer te nemen. Op deze beslissing kwam ze snel terug; ze kon echt niet zonder hond.

De pup die ze kreeg -Bob- bleek wel heel leergierig.
Bob had meer nodig dan de reguliere aandacht. Zo besloot Judith lessen schapendrijven te gaan volgen bij de oude schaapskooi in Uffelte. Daar bleek dat Judith en Bob een heel goed setje waren. De lat werd snel steeds hoger gelegd waarna het advies volgde om aan het werk te gaan. ‘Hoezo aan het werk?’, vroeg Judith. ‘Met de kudde!’ was het antwoord.

‘We liepen twee keer mee met hoofdherder Jelle en een keer met hulpherder Reinier, vertelt Judith. ‘Na die derde keer vertelde Jelle dat we de volgende keer maar zelf de hei op moesten. Hoezo zelf? Dacht ik. Met een hond van nog geen 1 jaar en 450 schapen de hei op? Straks verdwaal ik!’

Het kwam goed; het richtingsgevoel van Judith bleek op de heide beter te zijn dan in een drukke winkelstraat en ook Bob bracht het geleerde snel goed in praktijk. Sindsdien scheperen ze iedere woensdag de kudde over het Holtingerveld.

Pup Guus
In januari vorig jaar kwam pup Guus erbij. ‘Ik ging kijken bij een nestje bij collega-hulpherder Reinier en was natuurlijk meteen verkocht,’ zegt Judith. Al gaat zoiets niet over een nacht ijs. Judith heeft namelijk als directeur-bestuurder bij een woningcorporatie een drukke baan. ‘Met twee honden bij de kudde is voor het werk wel handig, maar een hond heb je niet alleen op woensdag als je bij de kudde bent. Ik heb een drukke baan, dus het moet ook in je leven passen. En Border Collies hebben wel aandacht en beweging nodig. Gelukkig willen mijn ouders op de meeste kantoordagen op de honden passen en tijdens mijn thuiswerkdagen kan ik ‘s ochtends, tussen de middag en ’s avonds lekker met ze lopen.’

Op woensdag de laarsen aan
Het lijken twee verschillende werelden: een verantwoordelijke leidinggevende kantoorbaan en op woensdag de laarzen aan, de hoed op en de hele dag met de honden en schapen de heide op. Toch zijn er veel verbanden te leggen tussen beide werelden. ‘Hulpherder zijn is fantastisch,’ zegt Judith. ‘Je leert ook veel over jezelf. Je kunt járen managementcursussen doen en boeken lezen over leiderschap. Maar op de heide leer je pas echt naar je eigen handelen te kijken.’

‘In het begin wilde ik alles onder controle houden. Maar de honden hebben ook een eigen ontwikkelend inzicht. Met het vrije commando “toe maar” geef je ze de ruimte om naar eigen inzicht te werken. Tijdens mijn andere werk is het ook belangrijk mensen ruimte te geven. Een ander voorbeeld: we krijgen van hoofdherder Jelle de opdracht om van A naar B te gaan voor de begrazing. Ik wil dan de kortste weg, linea reacta naar B. Maar bij schapen werkt dat niet zo. Je leert dat er meer wegen zijn om naar B te gaan. Je leert je aan te passen gedurende de dag. Dit is in een organisatie ook zo. Ook daar komt van alles op je pad en moet je schakelen en soms zelfs je doelen aanpassen.’

‘Bovendien werkt zo’n dag midden in de week op de hei enorm relativerend. Alles om je heen valt weg, je bent in het hier en nu. Je let op de schapen, maakt een praatje met mensen die je tegenkomt. In mijn werk ben ik me daardoor meer bewust van wat ik doe. Ik kan beter afstand nemen.’

De hei op
Vanaf half april gaat Judith weer de heide op met de kudde én alle lammeren. ‘De eerste week is vaak wel spannend met al die lammeren die alle kanten op gaan. Dat doet herder Jelle zelf. Daarna mogen ook de hulpherders weer aan de slag. Het is een heel leuke periode. In de winter is de kudde stil, er is weinig geblaat. Wat een verschil in de lente met al die lammeren die roepen om hun moeder! Als er twee beginnen, dan gaan ze allemaal. Het is goed opletten en hard werken voor de honden, want er dwaalt maar zo een groep van 50 of 100 lammeren af. Of de kleintjes doen een middagdutje achter een pol en horen niet dat de kudde verder gaat. Je bent ze zo kwijt.’

Een tweede familie
De Holtinger Schaapskudde voelt voor Judith als een tweede familie. ‘Ik heb een fijne klik met de herders Jelle en Hendrie, met hulpherder Reinier ben ik na die eerste gezamenlijke dag op de hei in de loop der tijd bevriend geraakt. Ik kom graag bij de kooi, ook in de afgelopen periode waarin we niet de heide op gaan. Ik heb me ook beschikbaar gesteld als vrijwilliger voor een bestuursfunctie waarbij ik de link kan zijn tussen de herders en hulpherders en het bestuur.’